Omschrijving
2019
Door een tekort aan liquide middelen trokken we in het eerste kwartaal 2019 diverse kasgeldleningen aan. De rentepercentages voor deze kasgeldleningen waren negatief. We ontvingen rente voor het afsluiten van deze leningen.
2020-2023
Voor het in rekening brengen van rente bij de producten hanteren we twee verschillende percentages:
- een rentepercentage voor het Grondbedrijf;
- een rentepercentage voor de overige investeringen.
De regelgeving schrijft voor hoe we deze percentages moeten bepalen. Voor de kadernota 2020-2023 hanteren we de percentages die we in de begroting 2019 gebruikten: 1,70% voor het Grondbedrijf en 1,0% voor de overige investeringen.
Bij het opstellen van de begroting 2020 bepalen we de definitieve percentages.